Tips

  • Bij een juiste oplossing verschijnt in de grijze vakjes verticaal een woord.
  • Gelijke cijfers staan voor gelijke letters.
    Als in een woord een bepaalde letter met een cijfer meermaals voorkomt, zal ze overal in dat woord dat cijfer hebben.
    De letter van het verticale woord kan geen cijfer hebben, ook niet als ze nog op een andere plaats in het woord voorkomt.
    Bv. opgave G = leermoe, oplossing = ladderzat. De A komt tweemaal voor met cijfer 3. In de rest van het woord kan geen A meer staan, ook niet op de positie van het verticale woord. Bij opgave K komt in de vakjes met 3 ook een A.
  • De opgave kan ‘creatief’ taalgebruik omvatten maar de oplossing is altijd een woord uit de Dikke Van Dale.
  • De ‘ij’ telt als 1 letter en moet dus in 1 vakje. Online vul je ‘y’ in.
  • In de oplossingen worden geen streepjes, accenttekens e.d. geschreven,
    bv. mee-eter = meeeter, crèche = creche.
  • Een opsomming die gescheiden wordt door komma’s verwijst naar een enkelvoud of enkelvoudig begrip,
    bv. vliegende sigaar, gevederde pineut, tsjilpende klos = pechvogel.
    Een opsomming waarvan het laatste element voorafgegaan wordt door ‘en’, verwijst naar een meervoud,
    bv. vliegende sigaar, gevederde pineut en tsjilpende klos = pechvogels.
  • Puntjes … verwijzen naar de plaats in de zin waar de oplossing moet komen; het kan daarbij gaan over een of meer (delen van) woorden,
    bv. Ik ga naar de bakker, heb jij ook …? = broodnodig.
  • Namen in opgaven verwijzen meestal naar varianten van die naam in de oplossing,
    bv. Johannes sharen = jodelen.
  • Als je de cryptogrammen (te) moeilijk vindt, gebruik dan de breinvriendelijke variant, waarbij de omschrijvingen iets gemakkelijker zijn.
    Je kan ook vertrekken van oplossing A, waarbij alle cijfervakjes al ingevuld zijn. Dat zet je een eind op weg.
  • In de cryptogrammen voor Natuurpunt zit telkens een ‘natuurelement’, ofwel in de opgave ofwel in de oplossing. Het gaat daarbij om natuur in de ruime zin van het woord.

Scroll naar boven